Minister Edith Schippers trekt de komende jaren 675.000 euro per jaar uit om sportblessures tegen te gaan. De afgelopen jaren is het aantal sportblessures in Nederland gestegen. Deze stijgende lijn is vooral te zien bij voetbal, hardlopen en fitness.
Het aantal sportblessures stijgt ook harder dan de sportdeelname. In 2014 liepen sporters in Nederland in totaal 4,7 miljoen sportblessures op. Dat is 29% meer dan in 2006. Om deze stijgende lijn te doorbreken gooit Schippers het beleid om en kiest ze voor een andere aanpak.
Nieuw programma
Om het aantal sportblessures terug te brengen worden de maatregelen vanaf nu specifiek gericht op de sporten met de meeste blessures, zoals: voetbal, hardlopen en fitness. Daarnaast wordt meer aandacht gericht op maatregelen die bewezen effectief zijn om sportblessures te verminderen. Schippers wil versnippering tegengaan en heeft daarom ZonMW opdracht gegeven om te zorgen voor een samenhangend programma tegen sportblessures. Belangrijke voorwaarde voor de financiering door Schippers is wel dat andere partijen ook meebetalen om sportblessures tegen te gaan. Ook wil Schippers dat sportorganisaties en kennisinstellingen samen gaan kijken welke maatregelen ook daadwerkelijk een positief effect hebben, voordat deze worden ingezet.