Kunstgras wordt sinds de introductie in het voetbal sterk geassocieerd met schaafwonden. Wilbert van den Eijnde onderzocht aan de Radboud Universiteit in Nijmegen de omvang en ernst van acute huidschade op kunstgras door speler-veldcontact en het huidschademechanisme zelf.
Omdat huidblessures zelden leiden tot verzuim of medische zorg behoeven, worden ze vaak niet gerapporteerd. Om blessureregistratie te verbeteren, ontwikkelde Van den Eijnde een nieuwe niet-invasieve methode om huidschade na een sliding te meten: de Skin Damage Area and Severity Index (SDASI). De SDASI beoordeelt niet alleen de ernst van de huidschade op basis van klinische kenmerken, maar komt ook sterk overeen met de ervaren slidingvriendelijkheid en huidirritatie van spelers.
Zijn onderzoek naar de biomechanische belasting en de belastbaarheid van de huid op kunstgras, bevestigden dat hoge piekbelastingen tijdens de impactfase van een slidingbeweging kritisch zijn voor het ontstaan van huidschade op knie en bovenbeen. Met het ontwikkelde belastingsapparaat kan systematisch de huidbelastbaarheid als gevolg van impact op elk type sportvloer worden onderzocht.